STAALWONINGBOUW

De traditionele woningbouw is een individualistische, projectgebonden bouwmethode, die bouwen tot een zuiver ambachtelijke onderneming maakt. Deze manier van bouwen is arbeidsintensief waardoor de verhouding tussen de kostprijs en de bereikte resultaten vrij hoog ligt. Het is een langdurig bouwproces dat sterk afhankelijk is van de weersomstandigheden. De traditionele woningbouw is een zware en massieve bouwmethode waarbij een gevoel van lichtheid en ruimtelijkheid door grote overspanningen moeilijk te realiseren is.

Vanuit deze beperkingen is een antwoord ontstaan door de semi- industriële staalwoningbouw.

INDUSTRIALISATIE

Met industrialisatie wordt bedoeld dat steeds meerdere producten in de fabriek of atelier gemaakt worden en daarna op de bouwplaats worden gemonteerd. Het doel hiervan is met minder arbeidsuren een kwaliteitsvolle woning te bekomen. Een consequent doorgedreven industrialisatie heeft als doel het bouwproces te rationaliseren. 

Bij industrieel bouwen houdt de ontwerper van bij het voorontwerp rekening met geprefabriceerde bouwcomponenten die in de handel aanwezig zijn. De componenten zijn gestandaardiseerd en worden geproduceerd in de fabriek in gunstige en beter gecontroleerde omstandigheden dan op de werf mogelijk is. Door de prefabricatie van de bouwcomponenten kan een betere kwaliteit worden bekomen en wordt een belangrijke kostenbesparing gerealiseerd. De besparing is het gevolg van de geïntegreerde oplossing, die 1 component biedt aan de verschillende bouwfysische vraagstukken. De gevelelementen voldoen aan de drie eisen, die aan een bouwschil worden opgelegd. Ze zijn zelfdragend (stabiliteit), ze zijn waterdicht (hygrisch) en ze zijn geïsoleerd (thermisch). Naast de bouwfysische vereisten, bieden de gebruikte elementen een afgewerkt en estetisch verantwoord exterieur. Bij het traditionele bouwsysteem zijn voor dezelfde vraagstukken telkens individuele oplossingen nodig, dragende muren en lintelen, vochtkeringen, isolatieplaten en gevelstenen. Elk van deze oplossingen zijn kleinschalig en vereisen dure arbeidsuren.

Deze gestandaardiseerde onderdelen laten voldoende ontwerpvrijheid zodat ze in vooraf ongekende combinaties kunnen worden samengevoegd tot een woning. Bij het ontwerpen van de woning, wordt van bij de eerste schets rekening gehouden met een logisch-structurele opbouw van de woning en een logisch-esthetische opbouw van de gevel. Het gebruik van modules is hierbij een middel. De modulaire maatcoördinatie en het repetitief gebruik van standaard bouwelementen zijn een handige leidraad binnen de ontwerpmethodiek die op industrieel bouwen is gericht.

PREFABRICATIE

Prefabricatie is het vooraf produceren -in de fabriek of het atelier- van relatief grote onderdelen, zodat deze op korte tijd kunnen getransporteerd worden naar en gemonteerd worden op de bouwplaats. 

Prefabricatie is niet gelijk aan industrialisatie, maar prefabricatie veronderstelt wel vaak de industriële productie van onderdelen.

Door prefabricatie kan een belangrijk deel van de werkzaamheden aan de soms ongunstige weersomstandigheden van de bouwplaats onttrokken worden, terwijl op de bouwplaats de vervaardigde elementen op eenvoudige wijze gemonteerd en geassembleerd worden.

Bouwen met behulp van geprefabriceerde onderdelen wordt ook montagebouw of cascobouw genoemd. De zogenaamde “casco” is de structuur en de schil die het bouwvolume omhullen. In de semi-industriële woning omvat de casco het staalskelet, de betonvloeren en de geprefabriceerde gevelsluiting. Door de verschillende onderdelen van de casco op elkaar af te stemmen, wordt de woning een doordacht, logisch opgebouwde eenheid. 

STAALBOUW

Bij staalskeletbouw bestaat de dragende structuur uit een skelet, opgebouwd uit kolommen en balken. Deze zijn warmgewalste stalen profielen. Het architecturale voordeel van staalskelet-bouw is dat de wanden niet dragend zijn en daardoor de compartimentering relatief willekeurig kan worden ingevuld, zonder noemenswaardige meerkost. Er is met andere woorden een scheiding tussen de draagstructuur en de invulling, waardoor flexibiliteit mogelijk is.

Staalbouw biedt een aantal onmiskenbare voordelen, zoals een lagere bouwkost en een snellere realisatie. Staalskeletbouw behoort tot de zogenaamde droge bouwmethoden, wat betekent dat de bouw wordt voorbereid in het atelier en dat de verschillende componenten in een beheersbare termijn worden gemonteerd op de bouwplaats. Omdat men minder afhankelijk is van de weersomstandigheden, kan de woning sneller worden gerealiseerd. Omdat de woning weinig bouwvocht bevat, kan men ze ook sneller afwerken. De niet dragende binnenwanden kunnen geplaatst worden d.m.v. lichte stijlwanden bekleed met gipsplaten. Hierdoor is het eenvoudigom de leidingen van de technieken weg te werken. De afwerking van de casco is daarom bijzonder geschikt voor zelfbouw.

Het gewicht is bij staalskeletbouw ook een belangrijk kostenbesparend element. Staal is sterk en heeft daarentegen een laag gewicht, De vloeren, buiten- en binnenwanden zijn niet dragend en kunnen zo ook in lichtere materialen opgetrokken worden. Hierdoor is een aanzienlijke gewichtsbesparing gerealiseerd die ook een beperkter funderingstype toelaat. Anders dan in de traditionele woningbouw (waar de dragende muren op een continue funderingszool staan) wordt bij staalbouwmet alleenstaande funderingsputten gewerkt ter hoogte van de kolommen.

Het materiaal staal maakt grote overspanningen mogelijk, waardoor de binnenruimte maximaal kan vrijgemaakt worden. De gevelbekelding is zelfdragend waardoor grote raam-openingen kunnen gemaakt worden zonder bijkomende lintelen of draagbalken. De constructie heeft een gevoel van draaglijke lichtheid, openheid en er wordt een maximale ruimtelijkheid verkregen. Flexibele indelingen vereenvoudigen de aanpassing van de woning aan de nieuwe woonbehoeften. Die flexibiliteit maakt het mogelijk de woning in fasen te bouwen en de woning uit te breiden naargelang de financiële middelen en de gewijzigde woon- en/of werksituatie.

De gevelbekleding wordt als een vlies aan de staalstructuur opgehangen. Hiervoor zijn diverse materialen mogelijk, zoals betonen en metalen sandwichpanelen, geprofileerde metalen- en aluminiumplaten, houten- , cementvezel- of kunstharsbeplatingen tot zelfs prefabbaksteenwanden. De sandwichpanelen combineren isolatie, buitenbekleding en binnenafwerking. Ze hebben vaak een hogere isolatiewaarde dan een traditionele spouwmuur en voldoen in dat opzicht perfect aan de heersende eisen op het vlak van Energieprestatie-regelgeving.

Staal is een natuurlijk materiaal. Het kan volledig en onbeperkt gerecycleerd worden zonder enige afname van kwaliteit. Het heeft een gesloten levenscyclus. Door staal thermisch te verzinken wordt de levensduur van het material verlengd. Hierdoor is het materiaal niet langer onderhevig aan corrosie en is het in staat zijn mechanische eigenschappen te behouden.

Bouwen met staal vereist een eigen ontwerpmethode, vormgeving en constructieopbouw. Een goede kennis van en ervaring met het materiaal en de mogelijkheden, stellen ons in staat om het bouwsysteem maximaal te benutten. De typische modulering van degevelpanelen, de zichtbaarheid van het constructieprocédé, de stalen draagstructuur met grote overspanningen en het gebruik van materialen, die niet meteen geassocieerd worden met de klassieke woningbouw (gietvloeren, geprofileerde steeldeckplaten/ voorgespannen betonwelfsels als drager van daken en vloeren, etc.) geven het geheel een moderne, eigentijdse en eerlijke, industriële look.

ARCHITECTUUR VOOR ELK BUDGET

Voor woningbouw met een eenvoudige inrichting en standaard technieken en voorzieningen wordt een budgetering/ kostenraming opgemaakt op basis van 950 €/m2 excl. BTW en studiekosten. Dit budget wordt over het algemeen aangevuld met eventuele “opties”: vloerverwarming, specifieke materialisatie, extra isolatie, speciale technieken, etc. Deze worden van bij de eerste ontwerpen ingecalculeerd, zodat de bouwheer doorheen het bouwproces een duidelijke houvast heeft als het op zijn budget aankomt. Door van in het begin op plan en budget te werken, kan het programma van de woning aan het budget van de bouwheer aangepast worden.

Arch. Jan De Brabandere